Onderweg in Chili

17 januari 2017 - Vallenar, Chili

Aangekomen in Chili….

Na een gezellige oudejaarsavond in een Nederlandse kroeg in Sucre zijn we uiteindelijk op 3 Januari met de bus vertrokken richting Uyuni.  Een spectaculaire rit over de hoogvlaktes van de Andes met weiden vol Alpaca’s en prachtige rotsformaties.  In Uyuni verblijven we 1 nacht in een hotel want op 4 januari worden we opgehaald om aan een tour van drie dagen te beginnen door de woestijn richting San Pedro de Atacama in Chili. Aangekomen in Uyuni blijkt ons hotel niet helemaal op het opgegeven adres te zitten. Na een uur zoeken uiteindelijk gevonden. Uyuni is een mijnwerkers plaats die midden in de woestijn ligt op 3600 meter hoogte.  Geen mooie plek maar het is een startpunt voor de tocht door de zoutpannen en de woestijn richting Chili. De stad zelf is overspoeld met toeristen die de tocht door de woestijn gaan maken. Overal zie je 4WD’s die de toeristen oppikken en vol beladen met eten, brandstof water etc . de woestijn intrekken. De 4WD waar wij mee gaan heeft ook 4 andere toeristen opgepikt die uit Uruguay komen. Twee jonge stellen van ongeveer 25 jaar die een beetje alternatief (danser, filmer en psychiater) en erg relaxed zijn. Gelukkig klikt het en blijken we ook dezelfde smaak muziek te hebben. Zij gaan niet zoals ons naar Chili maar zullen weer terugkeren in Uyuni. Onze gids Johnnie is ook een aardige vent en met een prop coca bladeren tegen zijn tandvlees aangedrukt zal hij de reis ook wel volhouden denk ik. Bijna elke gids en bus chauffeur stopt dit spul tegen hun tandvlees om een beetje scherp en alert te blijven. Alle spullen zijn uiteindelijk ingeladen en we gaan op pad. Na een ritje van 10 minuten komen we op de eerste plaats aan. Een trein begraafplaats (ik verzin dit niet). Uyuni is een belangrijk treinstation geweest en in de woestijn staan nog veel afgedankte locomotieven die door de vele toeristen beklommen worden om natuurlijk een selfie te maken. Er staan heel veel 4WD drives en er lopen honderden mensen om deze oude treinstellen en locomotieven heen. Na een uurtje schroot te hebben bekeken gaan we uiteindelijk op weg of toch niet….. Eerst nog een lunch en worden we gedumpt op een toeristische markt met authentieke Boliviaanse spullen made in China. Toch verbazend hoeveel poncho’s er verkocht worden.. We rijden over de uitgestrekte zoutvlaktes (deze vlakte is 12.000 vierkante kilometer groot) en de uitgestrektheid is adembenemend. We stoppen regelmatig om foto’s te nemen, ook stoppen we bij het “Dakar monument”. Dit monument is in 2015 daar geplaatst omdat de meest onzinnige rally ter wereld door de zoutpannen van Bolivia ging. Op het moment dat wij hier waren gaat de Dakar rally door dezelfde woestijn maar niet meer over de zoutpannen. Wel een belangrijk ding hier die Dakar rally die begint in La Paz en dan door Bolivia, Paraguay en Argentinië eindigt in Buenos Aires. We rijden verder door de zoutpannen richting Isla Incahuasi, dit is een eiland midden in de zoutpannen die vol staat met hele grote cactussen. Het voelt als een tropisch eilandje midden in een oceaan (wat de zoutpannen uiteindelijk ook waren, heel lang geleden). We lopen om het eiland en genieten van de stilte en de schoonheid van de omgeving. Na een paar uur rijden we verder naar onze eerst overnachtingsplek in San Juan. Hier is een soort van accommodatie opgebouwd uit zoutblokken. De muren zijn van zout, de tafels en banken zijn van zout, op de vloer ligt zout  (niet prettig want dat komt ook in je bed) en de bedden zijn van zoutblokken gemaakt waarop een soort van matras is gelegd. Helaas niet helemaal waterpas waardoor je het gevoel krijgt op de Titanic te slapen die al zinkende is. Maar er is een warme douche, de toiletten zijn schoon, er is eten en het is warm. In de avond koelt het flink af naar zo’n 3 graden en dat is wennen als het overdag tegen de 40 graden loopt. Na een redelijke maaltijd gaan we vroeg naar bed want morgen weer verder. We worden een beetje stijf en met zout tussen de tenen wakker en na het ontbijt inladen en weer verder door de woestijn. We rijden door de bergen en tussen de vulkanen naar Avarda, hier zit een treinstation en ook weer een trein begraafplaats met locomotieven en wagons van hout die ook als publiek toilet gebruikt worden (erg smerig). Maar de omgeving is apart, echt in het niets een treinstation midden in de woestijn tussen de bergen met vulkanen. We rijden weer door en stoppen op een plek waar hele bijzondere vegetatie te zien is. Dit zijn een soort van groene bollen die op koralen lijken en die duizenden jaren oud zijn. Natuurlijk is er weer een zwakzinnige met een selfiestick die op zo’n bol gaat staan en na het trekken van een “duckface” een selfie maakt. Helaas voor haar wordt ze niet echt mooier met die “duckface” en ze heeft pech dat ik in de buurt ben en dat ze ook Nederlands is. Ik leg haar uit op een niet vriendelijke en zeker niet zachtzinnige manier dat ze op beschermde vegetatie staat van duizenden jaren oud.  En verzoek haar zeker niet vriendelijk daar even af te gaan of dat ik haar daarmee even een handje  moet helpen.  Het bericht kwam binnen en ze vlucht samen met haar vriendje terug naar hun auto. Ontzettend dat soort mensen! Onze tocht gaat verder en het landschap veranderd naar een soort van maanlandschap, doordat we steeds hoger komen (richting de 5000 meter) verdwijnt de vegetatie en komen de besneeuwde bergen in zicht. Ook gaat de temperatuur naar beneden en rijden we nu ook regelmatig door de regen. We rijden langs meerdere bergmeren of lagunes die vol zitten met flamingo’s en andere watervogels, het zijn er duizenden en ook meerdere soorten flamingo’s. Op deze hoogte verwacht je dit niet. Inmiddels rijden we door de sneeuw en we stoppen voor een ouderwets sneeuwballengevecht. In mijn korte broek en T-shirt is dat wel even wennen maar heel apart dat je een paar uur terug in 40 graden staat en daarna in de sneeuw staat.  Daarbij is de lucht zo ijl dat je na een paar stappen rennen al naar adem hapt. Via Laguna Hedionda komen we aan in Arbol de Piedra, hier staan rotsformaties die door de harde wind op een hele aparte manier zijn uitgesleten. Het ziet eruit als een soort van boom maar dan van steen. Het landschap waar deze rotsformaties staan is een soort van maanlandschap met rode stenen op de grond tussen de besneeuwde heuvels en bergen. Onze reis gaat verder richting een ander bergmeer, we rijden naar Laguna Colorada. Dit is de grootste lagune en hier zitten ook weer duizenden flamingo’s en andere watervogels.  Warm water stroomt vanuit de bergen het meer in en creëert daardoor een tropisch omgeving hoog in de bergen. We maken een wandeling langs het meer en na een paar uur vertrekken we naar onze tweede slaapplek. Hier aangekomen zien we een soort van barak met bedden van beton, hele ranzige toiletten, geen douche en een kleine eetruimte. Even geen luxe hier maar er zit gelukkig een dak op en buiten toiletteren kan ook. Gelukkig maar voor 1 nacht. Na een beroerde nacht vertrekken we om 5.00 richting de geisers bij Sol de Manana. We rijden in colonne over hele slechte wegen in het donker naar de geisers toe. Inmiddels ruiken we de lucht van zwavel (rotte eieren) en we weten dat we dichtbij zijn. Uiteindelijk stoppen we bij de geisers en ondanks de vele toeristen is het toch spectaculair om te zien. De stoom komt met vreselijk veel geweld uit de grond en je ziet poeltjes met kokend blubber en geel van de zwavel. Op de plaats zelf zijn veel verschillende geisers te zien in een landschap wat lijkt op de foto’s van de planeet Mars en wat tussen vulkanen ligt met besneeuwde toppen. We rijden verder richting Laguna Salada. Hier zijn hot springs te vinden waar je lekker in kan gaan zitten. Best een goed idee maar niet met de hordes toeristen die je daar aantreft. Het badje wat is gemaakt is wel heel erg klein.. Wij besluiten om een wandeling te maken rond de lagune. Vanaf hier nemen we afscheid van onze lieve medereizigers aangezien zij terug gaan naar Uyuni en wij verder gaan naar Chili. Wij stappen in en rijden richting  Laguna Verde en Blanco waarna  we uiteindelijk worden afgezet bij de grens van Bolivia. Hier staat midden in de woestijn een hokje en een slagboom en een hele lange rij toeristen. Nadat we geld betaald hebben (eikels)en een stempel in ons paspoort hebben gekregen nemen we afscheid van onze gids. Wij stappen in een pick up die ons naar de douane van Chili gaat brengen in het dorpje San Pedro de Atacama. Goh, weer een hele lange rij. Uiteindelijk ook hier weer een stempel en de man met pick-up brengt ons naar onze hostel in San Pedro. We zitten hier in Hostel Vilama, net een beetje buiten het dorp waar een hele lieve oma ons verzorgt. San Pedro is een dorp met ongeveer 6000 inwoners en 50.000 toeristen. Echt niet normaal wat je hier ziet. Gelukkig zitten wij aan de rand van het dorp. We blijven hier tot 10 januari en nemen de tijd hier om wat uit te rusten, de was te doen etc. In San Pedro hebben we een dagje fietsen gehuurd. We zijn op de fiets  naar de vallei van de maan gegaan. Het schijnt een hoogtepunt te zijn is deze omgeving. De fietstocht is erg zwaar, erg heet en alleen maar heuvelopwaarts over hele slechte wegen. Maar uiteindelijk bereikt! We merken dat we in Bolivia erg verwend zijn en vinden dat de Vallei van de Maan een beetje tegenvalt. Met een zere reet weer terug en dit is gelukkig grotendeels heuvel af. Na een rustdag (Raquel neemt een Yoga les en massage) om alle pijnlijke delen van het lichaam te laten herstellen zijn we op 10 januari  vertrokken uit San Pedro en zijn we met de bus naar Antofagasta gegaan. Hier hebben een airB&B geregeld. We zitten in een flatgebouw aan zee en vanaf het balkon hebben we een fantastisch uitzicht over zee (en een snelweg). Hier blijven we twee dagen want de 12e halen we onze huurauto op waarmee we een maand rond gaan trekken richting het zuiden. De bedoeling is dat we eindigen in Puerto Montt. Vanaf daar gaan we een soort van cruise maken door de fjorden. In Antofagasta hebben we autokaarten gekocht in de shopping Mall en hebben onze reis grotendeels uitgezet. Ook nog even een koelbox (voor het bier…) en een thermoskan voor onderweg gekocht. Eerst nog even een aardbeving meemaken. Het hele flatgebouw schudt voor 10 seconden. Heel raar gevoel kan ik je melden. Ook wel een beetje eng want er komen hier ook tsunami’s voor en we zitten aan zee. Maar gelukkig wel op 8 hoog dus er kan wel een flinke golf komen, maar toch geen lekker idee. De 12e onze huurauto opgepikt en we rijden naar het zuiden richting Taltal. Een heel klein mijnwerkersplaatsje. Er zitten hier namelijk heel veel kopermijnen. We nemen een alternatieve route en rijden dwars door de woestijn over hele slechte wegen langs prachtige baaien waar niemand is. (Buiten een aantal vissers en wat eenzame hutjes gemaakt van schroot). In het water zie je niemand, begrijpelijk want het water is heel erg koud. Aangekomen in Taltal gaan we in een soort van hostel  die aan zee ligt. Beetje oude bende maar de bedden zijn goed en het is voor 1 nacht. ’s Avond doen we toch een poging om te gaan zwemmen bij ondergaande zon. Na een tijdje uiteindelijk “door” en nadat alles gekrompen is en onderkoeld gaan we snel naar een warme douche. ‘s Avonds heerlijk vis gegeten en daarna slapen met het geruis van de golven door het raam. De volgende dag rijden we verder naar het zuiden, we rijden via een nationaal park, Parque Pan de Azucar met vele baaien met witte stranden. Hier gaan we op een boot om naar een eiland te gaan waar otters, Humboldt pinguïns, zeehonden en zeevolgels voorkomen. In het plaatsje Puerto Pan de Azucar gaan we na een vismaaltijd aan boord van een klein bootje met 10 andere met name Chileense toeristen en vertrekken naar het eiland Pan de Azucar. Hier zien we veel zeerobben, vogels en pinguïns,  maar helaas geen zeeotters. We rijden verder langs de kust naar het zuiden en komen aan in Chaneral. Hier blijven we in een hostel voor een nacht, trieste en sfeerloze plek maar er staat een bed en de voorzieningen zijn ok. We zouden hier eerst twee nachten blijven maar de plek is zo deprimerend dat we vrezen na twee dagen psychische hulp nodig te hebben dus we vertrekken de volgende ochtend. In Chili heeft men de gewoonte dat als er mensen in het verkeer overlijden er een soort van kapelletje wordt gebouwd op de plek waar het ongeluk is gebeurd. Deze kom je heel veel tegen en zijn van heel simpel, een kruis langs de weg, tot heel erg uitgebreid met Maria beelden tot zelf met de wrakstukken van de auto of de vrachtwagen waarmee het ongeluk is gebeurd. Confronterend om te zien hoeveel ongelukken er gebeuren. Het is wel bijzonder dat deze kapellen goed verzorgd en regelmatig van nieuwe bloemen voorzien worden al staan ze midden in de woestijn. Vanuit Chanaral rijden we verder langs de kust naar Caldera en rijden regelmatig door veranderende vegetatie (van compleet kaal naar opeens duizenden cactussen. Bij Caldera ligt een baai Bahia Inglesa genaamd. Deze baai is erg populair bij de Chilenen (die overigens nu zomervakantie hebben) en het is er dus erg druk. Mooi strand met een boulevard waar veel restaurantjes zitten die natuurlijk hoofdzakelijk vis verkopen. Heerlijk gegeten en een heerlijke stranddag gehad onder een parasol. Het is een vreemde gewaarwording dat je nog steeds midden in de woestijn zit maar wel aan een prachtig strand en in een leuk stadje. In de avond zijn we het stadje ingelopen waar nu allemaal festivals (erg klein hoor) en andere feesten georganiseerd worden. De volgende ochtend rijden we  via Huasco naar Vallenar. Hier verblijven we in een airB&B (dit keer echt een kamer bij een gezin. We worden vreselijk verwend door de eigenaresse met Chileens eten, avocado’s uit eigen tuin en cocktails in de avond) met zwembad. Rustige plek en vanuit hier maken we een trip naar Huasco Bajo. Hier liggen langs de rivier de Rio Huasco “wet lands” (soort van rivierdelta) en maken een lange wandeling waar we veel vogels en een bijzondere flora zien. Het is dus midden in de woestijn en dan loop je door een groene oase langs een rivier met erg veel leven er om heen die uiteindelijk uitkomt in de zee. Langs deze rivier zie je ook veel olijvenboeren en olijvenboomgaarden met duizenden olijvenbomen. Na deze wandeling zijn we naar Alto del Carmen gereden. Deze plaats staat bekend om de druiventeelt die niet voor wijn is maar voor Pisco. Pisco is een soort brandewijn die gemaakt wordt van gedestilleerd druivensap. Hier worden veel cocktails van gemaakt die erg lekker zijn. Volgens Chilenen is de Pisco uit Alto del Carmen het beste. Een mooie rit door de bergen  tussen de druivenvelden door. Ook kom je langs een groot stuwmeer die het water gecontroleerd in de rivier laat lopen.  Morgen rijden we weer verder naar het zuiden. Volgende stop: Vicula en het begin van de wijnstreek…..

Cheers

Foto’s

1 Reactie

  1. Sascha:
    18 januari 2017
    Wat schittered om jullie verhalen te lezen, zeker met de droogkloterige humor dat je schrijft Oscar!! Sommige dingen komen me bekend voor, vele niet. Jullie zien veel meer van de mooie natuur, maar jullie zijn ook twitchers!! Nu nog even de photos bekijken en ik ben weer helemaal bij.